zaterdag 13 juli 2013

een deel uit een groter geheel

Hallo!

Na heel wat heen en weer gepuzzel dan eindelijk een eerste indruk van wat ik zo af en toe in mijn vrije tijd uit mijn hoofd haal en op papier (ehm beter op de computer) neerzet. Ik heb hele verhalen/boeken geschreven en het gaat te ver om hier alles te publiceren. Daarom haal ik er soms zo maar een hoofdstuk uit en zet het hieronder. Leuk als je je mening geeft en als je ooit meer wilt lezen hoor ik het graag!

liefs Monique


“Tirsa! Tirsa!”
De stem van haar moeder deed haar dieper wegzinken in de kast. Ze wist het wel, ze kon het niet vermijden, maar wel nog even uitstellen. Beneden hoorde ze de hakjes van haar moeder tikken op het laminaat. Eerst de woonkamer in, terug naar de keuken en toen naar de trap. Hoewel haar moeder de trap snel nam, kon ze toch de traptreden horen kraken. Boven gingen de hakjes weer verder op het laminaat.
“Tirsa, kom als de donder te voorschijn!”
Door de spleet onder de deur zag ze de voeten van mama langs gaan, de voeten in die te kleine zwarte schoentjes met die hele dunne, lange hakjes. Een huivering trok door haar ruggengraat. Vanuit de gang klonk een zachte tik, gevolgd door het zoevende geluid van houten wieltjes over het hout van de vloer.
“Potverdomme, het is hier een zwijnenstal! Klein kreng waar zit je?”
Tirsa wist het wel, ze had niet goed opgeruimd. Beneden lag haar pop nog op de bank en boven het zojuist omver gelopen houten locomotiefje. Maar het had toch geen zin gehad om alles netjes te maken. Ook dat was niet goed geweest. De voetstappen naderde en bijna onbewust stopte ze Mika onder de stapel handdoeken naast zich.

“Rustig maar, Mika,” fluisterde ze tegen haar knuffeleendje, die ze al die tijd in haar armen geklemd had gehad.“Hier ben je veilig.”
Op dat moment vloog de deur open. De gestalte van haar moeder tekende donker af tegen de helverlichte gang.
“Zo, dus je zat verstopt, hè. Ja, meisje kom er maar eens uit. Je weet wel dat je fout zat!”
Tirsa keek op in het verwilderde gezicht van haar moeder en kon de alcoholdamp al ruiken vanaf de grond. Instinctief dook ze verder naar achter. Ze zag haar moeder zich buigen en voelde de lange nagels van diens beiden handen zich in haar bovenarmen priemen.
“Ik zei; Kom eruit, jij klein onhandelbaar kreng!”
Tirsa voelde hoe ze uit de kast werd getrokken, maar haar ogen waren gericht op het gezicht van haar moeder. Hoe erg was mama er aan toe? Haar mascara zat onder haar ogen geveegd, de felrode lippenstift zat overal behalve op haar mond. In de dikke laag make-up zaten scheuren en vegen. Tirsa´s maag kromp in elkaar bij die aanblik. Ze had het kunnen weten, het was zondagmiddag en al zolang als ze het zich kon herinneren, was het dan raak. Met een zwiep belandde ze tegen het hekje bovenaan de trap.
“Waarom kun je niet gewoon doen wat we van je vragen, hè?” schreeuwde mama.
Een ferme tik met lange nagels vloog om haar oren. Tirsa voelde hoe die ging gloeien. Ze zou geen antwoord geven en niet huilen. Vooral niet huilen, want ze wilde het niet erger maken dan het al dreigde te worden.
“Vijf jaar ben je nu al! Vijf jaar!”
Twee handen grepen haar bovenarmen en rammelde haar stevig heen en weer. Tirsa´s hoofd sloeg tegen de spijlen van het hek.
”Misschien moet ik je eens bij de dokter brengen en vragen of hij je in een gesticht kan stoppen voor onhandelbare kinderen! Wat dat ben je, een ongehoorzaam klein snertkind!” tierde mama door.
Een nieuwe klap volgde, dit keer op haar rechterwang. De druk op haar bovenarmen nam af en Tirsa voelde het bloed weer naar haar armen stromen. Zonder er bij na te denken wreef ze de gepijnigde plekken waar haar moeders vingers haar hadden geknepen. En toen ze het zich realiseerde, stokte haar adem in haar keel. Ze keek op en ving de blik die haar werd toegeworpen. Een kille blik, vol woede. Automatisch gingen haar armen al beschermend omhoog, terwijl ze in stilte wenste dat ze beter had nagedacht.

“En nou vind je jezelf nog zielig ook, blijkbaar!” De stem van mama sneed door haar heen. Maakte dat haar benen begonnen te trillen. “Hou op,” zei ze in gedachte tegen haar benen. “Laat je niet zo kennen, zo maak je het erger!” verweet ze zichzelf. En toen zag ze de voet komen.
“Ik zal je een reden geven om jezelf zielig te vinden!” schreeuwde haar moeder boven haar uit. Maar Tirsa liet het niet meer tot zich doordringen. Ze richtte haar blik strak op de foto aan de muur. Een foto waarop haar ouders haar met een stralende lach knuffelden toen ze nog een baby was. Ze probeerde zich voor te stellen dat ze haar nu ook weer zo lief vonden als toen. En daardoor voelde ze de schoppen niet die de kleine hakjes tegen haar bovenbenen en billen maakten. Soms moest ze haar hoofd draaien om de foto te kunnen blijven zien, omdat ze de hele gang door werd geschopt, maar ze bleef ernaar kijken, bleef zich voorhouden dat ze niet in het nu leefde maar toen, toen ze nog lief was.
En na een tijdje merkte ze dat ze alleen was. De hakjes van haar moeder klonken beneden, tezamen met haar stem. “Nee, ze is boven. Laat haar maar even, ik heb haar al gestraft.”
De donkere en dronken stem van papa brulde wat, maar Tirsa kon het niet verstaan. In stilte dankte ze haar moeder voor de aframmeling en het weghouden van haar vader. Gos, als die naar boven was gekomen! Een nieuwe huivering trok door haar heen. Snel keek ze om zich heen en zag de kastdeur op een kier staan. Mika! Ze wilde opstaan om erheen te lopen, maar de pijn in haar linkerbeen was te erg. Tranen schoten in haar ogen. “Niet hier!” dacht ze en kroop zo goed en kwaad als het ging naar de kast. Ze deed de deur achter zich op slot en voelde onder de handdoeken. En daar was hij gelukkig nog, haar vriendje, Mika, naast de zaklamp en de doos met pleisters. Ze haalde alles onder de stapel vandaan en klikte de lamp aan. Met twee handen onderzocht ze haar benen. Ze vond een diepe, bloedende put in haar linkerbovenbeen en verder een heleboel beurse plekken. Oh nee, en morgen had ze gym op school. Dan moest ze weer die lange broek aan en zou ze weer op haar kop krijgen van de meester omdat ze geen korte broek bij zich had. Als die maar niet naar haar moeder zou gaan, want dan had ze het weer voor elkaar. Met een snuf en een verdwaalde traan, die ze snel wegveegde, plakte ze een pleister op de bloedende plek. En daarna keek ze op naar haar eendje. “Maar jij bent nog heel, hè, lieverd. Dat is het belangrijkste, dat ze jou niet nog een keer te pakken krijgen.”
Tirsa´s wijsvinger gleed over de grijze tape op de buik van het eendje. En ineens kon ze de tranen niet meer tegen houden. Met twee handen klemde ze het beestje tegen haar borst, terwijl ze geluidloos huilde. "

Geen opmerkingen:

Een reactie posten